Cemetery Review - Begraafplaats Zorgvlied, Amsterdam

Zorgvlied is misschien wel de bekendste begraafplaats van Amsterdam. Zonder twijfel is het de begraafplaats met de meest kunstzinnige en authentieke grafmonumenten die eer doen aan de markante Amsterdammers die hier begraven liggen. Bekende schrijvers, muzikanten, acteurs, politici, noem maar op — ze vinden allen hun laatste rustplaats hier, op Begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam. Deze prachtige plek mag dan ook niet ontbreken in mijn reeks cemetery reviews!

Ik ben waarschijnlijk wel al een keer of tien als bezoeker op Zorgvlied geweest. Tijdens een winterse wandeling, of laatst nog voor een toneelstuk dat op de begraafplaats werd gespeeld. Maar een review bleef uit, deels omdat ik een beetje achter loop met het schrijven van de reviews — er liggen er nog een stuk of acht te wachten op uitwerking — en omdat ik het afgelopen jaar druk was met het schrijven van mijn eerste boek. Tot journalist Ryan Claus mij mailde. Of ik een interview wilde doen op Zorgvlied, voor een reportage in de Nieuwe Revu? Een betere reden voor een review is er bijna niet, dus voilà! Het stuk in de Nieuwe Revu kun je hier lezen.

Begraafplaats Zorgvlied is gelegen aan de Amsteldijk in Amsterdam-Zuid. De prachtige begraafplaats is ontworpen in Engelse landschapsstijl door de beroemde tuinarchitect Jan David Zocher en zijn zoon, Louis Paul Zocher. Begraafplaats Zorgvlied werd in 1870 officieel in gebruik genomen. Het is inmiddels uitgegroeid tot een populaire eindbestemming, met uitbundige monumenten voor de Nederlandse elite.

Zo torent het mausoleum van Oscar Carré boven de grafstenen uit wanneer je vanuit de toegangspoort het rechterpad oploopt. Oscar was directeur van het Circus Carré en liet tijdens zijn leven zelf dit grafmonument bouwen, voor zijn eerste vrouw, Amalia Salamonska. In het mausoleum staat behalve haar kist ook een marmeren buste van Salamonska, gemaakt door beeldhouwer Henri Teixeira de Mattos. Morbidly curious, net als ik? Op de wikipediapagina van het mausoleum vind je een foto van de binnenzijde. Hoe gaaf trouwens, dat een graf een eigen wikipediapagina kan hebben! Het mausoleum werd in 18981 in neoclassicistische stijl ontworpen door architecten J.P.F. van Rossem en W.J.Vuyk. Bekenden van Carré, want ze hadden eerder een circustheater voor hem gebouwd.

Hier poseerde ik voor de eerste foto die fotograaf Joris van Gennip maakte voor bij de reportage. Ik verkondigde nog doodleuk dat je best zo op het trapje van een mausoleum mocht staan – het hekje was immers open. Geen twee seconden later kwam een medewerker van de begraafplaats op ons af gestormd. Of ik niet op het graf wilde staan! Ik excuseerde en beloofde mij te gedragen, zoals je verder in deze review kunt zien. Het mausoleum was echter wel in vervallen staat. Er zaten veel stenen los, dus de beste man had een goed punt. Schade aanbrengen is uiteraard niet mijn bedoeling. Mijn impuls om dichtbij een graf te komen is puur vanuit liefde; om de plek, de persoon, en de geschiedenis te eren.

Een volgend opvallend grafmonument is het kolossale grafmonument van de familie Dorrepaal. Het mausoleum werd eind 19e eeuw ontworpen door beeldhouwer beeldhouwer Frans Stracké. Zo’n groot grafmonument is niet goedkoop, maar aangezien Georgius Leonardus Dorrepaal bankier was, en handelaar in Semarang, was dat vast geen punt. Smaak had hij ook, want de engel is werkelijk prachtig uitgevoerd.

Naast het beeld liggen er ook vier graftrommels in het monument. Dit zijn metalen trommels met een glasplaat waarin bloemenkransen van zink of porselein worden bewaard, als een soort grafgift. Het plaatsen van graftrommels is een uitvaartritueel wat van 1870 tot ongeveer 1940 veel werd uitgevoerd. Vandaag de dag zijn er nog maar zo’n 1000 graftrommels aanwezig op begraafplaatsen in Nederland.

Tijdens mijn vorige bezoeken aan Zorgvlied was ik altijd op zoek naar een specifiek graf: het graf van dichter Menno Wigman, die in 2018 overleed. Maar hoe goed ik ook zocht, ik kon hem nooit vinden. Alsof hij niet gevonden wilde worden. Nu werd het toch echt eens tijd. Er reed een golfkarretje met een medewerker voorbij. Ik hield hem aan en vroeg hem of hij misschien wist waar we het graf van Menno konden vinden. Hij belde even met iemand van de administratie, en jawel, hij had het vak en grafnummer te pakken. Terwijl hij vooruit reed in zijn golfkarretje voelde ik met elke stap de spanning opbouwen. Zou ik Menno’s graf nu werkelijk vinden?

Het graf van mijn lievelingsdichter. Van de man met het zwart romantische hart, die net zo mooi over fatalistische liefde kon schrijven als over de hartverscheurende werkelijkheid van de dood. Van de man die ik bij leven nooit had gekend, maar van wie ik pas na zijn dood heb leren houden.

De medewerker van Zorgvlied riep dat hij hem had gevonden, en ik, Ryan en Joris versnelden onze pas. Daar lag hij dan. Een sobere grafsteen, geen poespas, alleen een mooi lettertype. De begraafplaatsmedewerker wenkte mij en gaf mij een pen. Om neer te leggen op het graf, want zo doen mensen dat die schrijvers herdenken. Ontzettend lief, want ik had er zelf niet aan gedacht. Joris legde het moment vast, in de late nazomerzon, waarop ik misschien wel voor het eerst in mijn leven, knielde voor een man.

Ik had ter voorbereiding op het interview een paar gedichten van Menno Wigman meegenomen, want ik wilde al iets over hem en zijn geheimzinnige graf vertellen. Nu we hier stonden droeg ik naast zijn graf een gedicht van Menno voor.

Eindpunt:

In bed. De tijd waait weg.
Alleen mijn sigaret en ik.

Hoe komt het toch dat ik,
die sta en val op een gedicht

waarin de wereld feller is,
soms dagen lang niet leven kan?

Ik kan niet leven met gemis
en als ik bij Larissa blijf

verlies ik tijd. Tot aan mijn dood
zal ik mijn grootste vijand zijn.

Het meest bezochte graf op Zorgvlied is waarschijnlijk dat van Herman Brood, de Nederlandse rockmuzikant die in 2001 van het dak van het Hilton hotel sprong. Zelfmoord, maar zijn lichaam was al aardig op, dus wat mij betreft is zelfbeschikking een beter woord. Op youtube staat een mooi filmpje over zijn dochter, Lola Brood, die bij zijn graf iets vertelt over haar vader. Je ziet Herman in een paar shots zelf ook over een begraafplaats lopen, in zijn zwarte leren jasje door de sneeuw.

Begraafplaats Zorgvlied is ingedeeld in 25 zogenoemde sfeerwijken. Binnen een sfeerwijk moet de grafsteen of het monument aan sluiten bij de sfeer van het grafveld. De wijk waar het graf van Herman Brood zich bevindt bevat dan ook veel opvallende grafmonumenten. Een indiaan, een baviaan, graven met beelden en foto’s van overledenen. Graven van mensen uit het Amsterdamse criminele circuit en van mensen uit de kunst- en muziekwereld liggen hier door elkaar heen. Wat hen na de dood verbindt is de verbeeldingskracht en creativiteit, en natuurlijk de liefde voor Amsterdam.

Ik kan niet anders dan vol lof deze begraafplaatsrecensie voor Zorgvlied afsluiten. Ben je in Amsterdam en zoek je een mooie plek voor een wandeling? Behalve de prachtige bomen en de rust kun je hier ook eindeloos genieten van alle kunstwerken. Zorgvlied is als een paradijsvogel onder de begraafplaatsen. En dankzij de bijzondere grafmonumenten wellicht wel de minst enge begraafplaats die ik ooit heb aangedaan! Dus ook dat mag geen excuus meer zijn om een keer een wandeling te maken tussen de graven.

Zoals het gedicht van J.H. Leopold op het laatste graf van deze review luidt:

O als ik dood zal
dood zal zijn

Kom dan en fluister
fluister iets liefs.

Vorige
Vorige

Waarom het een goed idee is om je eigen uitvaart te plannen

Volgende
Volgende

Duurzame uitvaart & natuurbegrafenis - zo word je na je dood een boom